Sumatra: jungleverhalen, eindeloze bergritten en een optimistisch Banda Aceh

6 augustus 2012 - Banda Aceh, Indonesië

Het was ergens einde februari geloof ik, na m'n eerste examenresultaten dat ik de geweldige ingeving kreeg: deze zomer ga ik naar Sumatra! Helaas kwam nog geen maand later het vreselijke nieuws aan mijn oren: Sumatra is on fire, de orangutan wordt met uitsterven bedreigd! Voor de zoveelste keer werden massaal hectaren rainforest in lichterlaaie gezet om plaats te maken voor alweer nieuwe palmolieplantages, de bron voor onze zogenaamde duurzame groene energie. De orangutans (en andere dieren) werden door het vuur in het nauw gedreven, een aantal honderden kwamen om. Hoe meer ik over de zaak te weten kwam, hoe meer geschokt ik was, hoe meer ik vooral zelf iets wou doen. Mijn zoekwerk en veelvuldige mailcontact leverden helaas niets op, mijn skills waren blijkbaar  niet de juiste om mij ter plaatse nuttig te maken.
Zo maakt dat ik uiteindelijk wel degelijk in Sumatra beland ben, maar dan wel als 100% toerist en mij bijna in alle naiviteit laat beetnemen door de schoonheid van dit reusachtige, prachtige eiland.

Vanuit het vliegtuig zie ik ze al. De fires, eerst 1, wat later 5, en nog wat later zie ik ze overal. Het "brandseizoen" is nochtans in oktober. Dan hebben ook de naburige landen met de overwaaiende smokehaze te kampen waar zowel mens als dier niet aan kunnen ontsnappen...

Ik besluit een dagje langer in het hectische Medan te blijven om mij aan enig opzoekwerk te wijden. Ik wil vooral niet dezelfde stommiteit begaan als weleer, namelijk mij aan dezelfde jungletocht en route wagen als ieder andere toerist die hier rondhuppelt. Ik vind weliswaar een prachtig alternatief, namelijk een tocht door de echte en minder makkelijk bereikbare jungle in Ketambe om dan van daaruit het hele berggebied per bus naar Banda Aceh te doorkruisen, een vreselijke maar waanzinnig mooie busrit van wel 20 uur. Ik voel me nog behoorlijk onzeker om mij alleen in dit heuse avontuur te storten, ik heb namelijk nog geen idee wat te verwachten van Sumatra. Bovendien heb ik behoorlijk wisselende adviezen gekregen wat betreft het hier alleen reizen als vrouw.
Bijgevolg ga ik op zoek en vind ik 2 Australische gasten die net willen uitchecken om naar het populaire jungleoord Bukit Lawang te vertrekken. Ik vertel hen mijn plan en ze zijn bereid met mij mee de andere kant op te gaan! Mijn geluk kan niet op.

Zo wagen we ons een dag later aan de 10-durende busrit 1. Een oneindig geslinger tussen bergen, heuvels, vulkanen, rijstvelden, met de Aussi boys comfi voorin en ik in gezelschap van 2 rokende heren op het achterstel. De natuur is werkelijk overweldigend,  een beetje te eerlijk gezegd, ik krijg er een bijna-claustrofobisch gevoel van. Ondertussen gaat de muziek steeds luider en luider en worden de rustige indo-popsongs vol enthousiasme ingeruild voor een vreselijk Bollywoodmariobrosachtig gejingeljengel. In het stadje Kutacane stappen we over in de labi-labi, een soort van halfopen jeep en ook hier worden we vergezeld van een stevig deuntje dat uit de reuzewoofer galmt die onze amper-bestaande beenruimte inneemt. En om het nog gezelliger te maken worden er zoveel mogelijk gesluierde schoolmeisjes ingeladen. Wat vooral minder leuk is dan het klinkt!

Na een heerlijk dagje rust in het guesthouse van de gezellige Ayuni, zijn we ready as hell om te starten aan de 3-daagse jungletocht in het Gunung Leuser National Park. Beloofd wordt hier primaire jungle en met wat geluk spot je echte wilde orangutans! De beloofde en befaamde gids Jhon Kenedi blijkt ziek (waar of niet?) en Herman worden onze leader in de jungle vergezeld van Ajar, de porter van onze tenten en tevens kok.
De jungletocht wordt, wat mij betreft althans, een groot succes. De Aussiboys moeten helaas op dag 2 al afhaken door Dans omgeslagen voet. Ik daarentegen heb geweldig goedgeluimde benen en mijn moraal scheert hoge toppen. Maar het kan dan ook bijna niet anders, ik zie werkelijk al mijn wensen en nog meer in vervulling gaan. Op 3 dagen tijd zie ik 8 orangutans, hoor ik de lokroep van de gibbon, omhels ik waanzinnig reusachtige trees, maak ik komaf met slechts 1 goedgeposioneerde bloedzuiger, krijg ik 2 avonden op rij een zalige massage van onze gids, is mijn ochtenddouche en avondbad het heerlijke riviertje naast onze tent en krijg ik 3 maal daags heerlijke versgemaakte maaltijden. Kortom, ik word zwaar in de watten gelegd! Omdat mijn geluk zich nooit weet te verdelen, vind ik op dag 3 ook nog eens 700000 indonesische rupiah in the middle of the jungle. Omdat ik er vind ik zelf het minste recht op heb, de jungle is tenslotte allesbehalve van mij, besluit ik het te verdelen en mij zelf een schamele 200000 IDR toe te kennen. Bijgevolg word ik uitgeroepen tot de opperste lady luck, krijg ik nog een zelfgemaakt armbandje van de lieve kok en wuiven 3 organgutans mij uit bij het verlaten van de jungle. Ik hoef waarschijnlijk niet te vertellen dat ik het ontzettend spijtig vind dat deze lang gedroomde jungletocht alweer voorbij is.

De next day wil ik dan ook zo snel mogelijk verder en start ik aan busrit 2. De bus wordt een behoorlijk comfi grote taxi gedeeld met een koppel en kind op de achterbank en nog een jonge heer voorin.
Dit keer rijden we de hele jungle area door en later wisselen vele soorten vegetatie elkaar af. Ondertussen kan ik alleen maar vol verstomming naar buiten staren.
Op een bepaald moment tuimelt mijn rugzak vanuit de koffer naar voren en bijgevolg priemen de riempjes in het gezicht van mijn buurvrouw. Ik probeer 'm zo stevig mogelijk terug naar achteren te duwen maar met een snok en een hoop gekakel schuift hij weer naar voren. Ik ben even van mijn melk, zitten hier powerchickens in de koffer?
Bij de pauze enkele uren later blijkt er echter buiten powerchickens ook iets van een totaal andere orde in de koffer te zitten. Er komt een dubbelgevouwen verfrommeld oud vrouwtje uitgekropen! Ik ben in shock...
Waanzinnig blij ben ik als ik 's avonds op bestemming ben. Nu ja bestemming, eigenlijk ben ik halverwege. Maar ik zie het vooral niet zitten om me morgen alweer aan zo'n immense busrit van 10 uur te wagen. En zo beland ik dus voor een dag in het Takengon, het hoogste stadje in de Gayo Highlands.

Busrit 3, evenlang als de vorige 2 maar minder tergend door een gematigde volumeknop, leidt uiteindelijk naar de eindbestemming waar ik voor een poosje zal blijven. Ik heb er lang over getwijfeld, het werd me meer dan eens afgeraden maar hier in Sumatra beweerde men het tegendeel waardoor ik toch overstag ben gegaan. Ondanks het feit dat in Banda Aceh de shariah law de scepter zwaait, staat de bevolking hier bekend als erg gastvrij en hartelijk. Ook is de strijdbijl tussen de rebellen en de  Indonische regering begraven sinds de tsunami hier zijn vreselijke tol eiste. Op het allereerste zicht is er van de tsunami misschien weinig te merken maar in Banda Aceh kwamen niet minder dan 65000 mensen om wat ongeveer 1/4 van de bevolking is.

Wanneer ik de becakchauffeur vraag me langs de belangrijkste bezienswaardigheden te rijden, word ik naar het grote vrachtschip gebracht dat 5 km over land gesleurd werd, naar de boot bovenop het huis die 56 mensenlevens redde en die voor de local kids niet meer dan een verhaal en hun speeltuin is. Verder zie ik vreselijke foto's die godzijdank nooit het nieuws haalden, sta ik naast 1 van de massagraven en bezoek ik de Raya Moskee die het natuurgeweld overleefde wat het geloof alleen maar aanwakkerde.

Op zoek naar een surfbare golf bezoek ik vandaag het naburig dorpje Lampu'uk. Ooit een erg geliefde spot bij de surfer maar sinds de tsunami een godverlaten dorpje. Niet te vatten dat hier wel 4 op de 5 mensen het leven lieten. Ik tref een volledig leeg strand op een stelletje koeien (of help stieren?) na en word bij elke voetstap vergezeld van trippelende krabbetjes die op de vlucht slaan in 1 van de duizenden holletjes in het zand. Helemaal op het einde bevindt zich een prachtig nieuw guesthouse. Maar ook hier is het leeg,  op 1 logie na...

Ik hoop van harte dat Aceh verlost raakt van zijn bad reputation want hier is zoveel moois te vinden! Er wordt amper nog gepraat over het verleden. Deze mensen willen vooruit,  willen werken aan de toekomst. Deze mensen zijn vooral erg dankbaar en positief naar de Westerling toe die hen heeft gesteund en mee heeft geholpen een nieuwe stad uit de grond te stampen. Overal zie ik vriendelijke, lachende mensen. Mijn hoofddoek kan gewoon in mijn rugzak blijven, dat wordt alleen verwacht van moslims en zelfs hen zie ik  af en toe even zondigen.
Verder is het hier 1 groot feest. Want het is Ramadahn, bulan puasa of vastenmaand. Dat wil zeggen dat de hongerige Westerling overdag op bananen en koekjes kan teren of met wat meer geluk een illegale maaltijd aan de haak kan slaan maar maar s' avonds gewoon mee kan feesten! Eenmaal de avond valt lopen de restaurantjes op de pleintjes vol en is het sfeer en gezelligheid troef! De moskeeen schallen luid maar eerlijk gezegd (op de veel te vroege ochtendsessie na) heeft zelfs dit heel erg zijn charme.

Morgen stap ik op de ferry naar Pulau Weh, Aceh's parel in de Andamanzee. En zal ik een paar dagen met m'n gezicht onder en de billen boven de zeespiegel vertoeven. Als de volgende weken even mooi worden als de vorige staat me nog een geweldige tijd te wachten..

Foto’s

3 Reacties

  1. Kristof:
    5 augustus 2012
    Alle ge hebt de eerste bank open kunnen doen in de jungle, wat een rente :) lol
  2. Jes:
    6 augustus 2012
    Wat een geweldig verhaal weer!!! Wat een leesplezier! Het is duidelijk dat je de reiskriebels weer volop te pakken hebt! Doe zo voort, Lotje!
    Mam
  3. Joni:
    25 augustus 2012
    Hey Kim, wat een plezier weer om dit te lezen, je doet me helemaal meegenieten! xx